Auteur : Robert Harris (GB)
Oorspronkelijke titel : Imperium
Eerste uitgave : 2006
Marcus Tullius Cicero (106 - 43 v.C.) is de bekendste advocaat uit de geschiedenis. Cicero was naast advocaat ook filosoof, redenaar en Romeins staatsman, die zijn juridische achtergrond én zijn verduivelde slimmigheid gebruikte om op te klimmen op de politieke ladder.
De hoofdfiguren worden dan ook Cicero, Pompeius, Crassus, Caesar, Catilina en Lucullus: alle sterren en schurken die een rol vertolkten bij de ondergang van de Republiek, en zij maken hun opwachting in Imperium.
Tiro, de slaaf, die fungeerde als secretaris en personal assistent van Cicero is het vertelperspectief van de auteur en dus niet een van deze hiervoor vermelde ‘tenoren’. De historicus Plutarchus maakt melding van Tiro die een soort steno had uitgevonden om de speeches van zijn meester op te tekenen en een biografie over Cicero zou hebben geschreven. Dat boek is echter verdwenen als het al zou hebben bestaan en de schrijver vond het een uitdaging om het opnieuw te scheppen.
Het verhaal in dit boek (het eerste uit een trilogie) beslaat de opkomst van Cicero en zijn politieke triomfen. Cicero had een relatief eenvoudige afkomst die hem belemmerde om soepel in het door hem zo geambieerde consulschap te glijden. De auteur blijft dichtbij de historische waarheid over Cicero, Rome’s grootste en beroemdste retoricus, maar het is en blijft een roman.
Rome werd in feite geregeerd door enkele steenrijke machtshebbers, die er buitengewoon goed in slaagden om hun posities veilig te stellen via smeergeld en corruptie. Cicero was een fanatiek verdediger van de Republikeinse waarden, en naast zijn afkomst had hij deze corrupte staatslieden ook als grote obstakels op zijn weg naar de top.
In Rome (tijdens de republiek) volgende de verkiezingen elkaar op voor de verschillende functies en het was dus ook constant verkiezingskoorts. Waar hebben wij dit nog meegemaakt. Politici zijn dol op aandacht en ze zijn dol op macht. Dat is al millennia zo en dat zal waarschijnlijk ook zo blijven. Het grote probleem dat vele politici met elkaar delen is dat ze niet weten wanneer ze ermee moeten ophouden en na hun “carrière” publiek blijven optreden, al was het maar om hun ijdelheid te blijven strelen. Ook dit is een oud zeer en waarom dacht je dat de Mark Eyskens en de Louis Tobbacken van deze eeuw in een programma als “De Slimste Mens” hun opwachting maken en zich daar waarschijnlijk ook nog vorstelijk voor laten betalen. Of dacht u ook soms dat Marc De Gryse voetbal analyst is om de “Liefde voor het voetbal”?
Cicero had het volk op zijn hand, en dat voordeel wist hij handig uit te buiten met zijn tongriem.
Hoewel er geen moord opgelost moet worden en er geen vulkaan op uitbarsten staat, druipt in Imperium de spanning van de pagina’s af. Het eerste deel van het boek speelt zich af in de rechtszaal, waar Cicero de voormalige gouverneur van Sicilië, Gaius Verres, vervolgt. Verres heeft het eiland volledig leeggeroofd, maar omdat hij over machtige vrienden in Rome beschikt, lijken zijn misdaden onbestraft te blijven. In een zinderend rechtbankdrama neemt Cicero het op tegen Verres en het Romeinse establishment. Met niets anders dan de kracht van zijn taal weet hij de hem vijandig gezinde jury te overtuigen van zijn gelijk. Daarmee is zijn naam gemaakt. Het pad naar politieke macht, imperium, ligt open.
Als Pompeius het dictatorschap opeist alvorens hij optrekt tegen een groep piraten die de haven van Ostia heeft aangevallen, legt de auteur hem de beruchte zin ‘wie niet voor ons is, is tegen ons’ in de mond.
Naast die rechtszaken hangt er een beeld van Rome en de rumoerige politieke toestand. De welig tierende corruptie druiste tegen de waarden in van de Republiek, en in de jonge Cicero kreeg Rome een fervent strijder tegen de arrogante aristocratie. In de coulissen van het verhaal al een net zo jonge Caesar zich roeren, die qua ambitie niet onderdeed voor Cicero.
Een van de machtigste tegenstanders van Cicero wordt Crassus, die door zijn onmetelijke fortuin vrijwel onaantastbaar was en de meeste politici in zijn zak had zitten.
Cicero was er echter bedreven in om mensen tegen elkaar uit te spelen, en de informatie die hij over opponenten had op het juiste moment in te zetten. Marcus Tullius Cicero kon mede hierdoor op zijn tweeënveertigste zijn grootste ambitie waarmaken: het Romeinse consulaat, het ultieme imperium.
Cicero heeft een rijk literair oeuvre nagelaten waar de auteur heeft kunnen putten, inclusief de sarcastische uitspraken waar de Romein bekend om stond. In de verantwoording beschrijft hij dat het merendeel van de gebeurtenissen op waarheid berusten. Zelfs de vermelding van de sympathieke, toegewijde Tiro vond hij in geschriften van Plutarchus en Asconius: naar verluidt had Tiro het levensverhaal van Cicero opgetekend, dat met de ondergang van het Romeinse Rijk verloren is gegaan. Overigens houdt het boek op bij de benoeming van Cicero tot consul.
Cicero’s hang naar de spotlights zal hem uiteindelijk slecht bekomen. Hij wordt in 43 voor Christus vermoord in opdracht van Marcus Antonius alhoewel hij de kans om te vluchten naar Griekenland heeft en daar in vrede te leven. Toch keert hij om, richting Rome. Cicero sterft liever dan dat hij zwijgend verdwijnt. Het is ook het motto van dit eerste boek, een zin uit een van zijn brieven gekozen waaruit zijn zucht naar het politieke theater blijkt: “De stad, blijf in de stad, en leef in de schijnwerpers!”.
Ik kijk in alle geval uit naar het tweede deel Lustrum.
Leo.
Oorspronkelijke titel : Imperium
Eerste uitgave : 2006
Marcus Tullius Cicero (106 - 43 v.C.) is de bekendste advocaat uit de geschiedenis. Cicero was naast advocaat ook filosoof, redenaar en Romeins staatsman, die zijn juridische achtergrond én zijn verduivelde slimmigheid gebruikte om op te klimmen op de politieke ladder.
De hoofdfiguren worden dan ook Cicero, Pompeius, Crassus, Caesar, Catilina en Lucullus: alle sterren en schurken die een rol vertolkten bij de ondergang van de Republiek, en zij maken hun opwachting in Imperium.
Tiro, de slaaf, die fungeerde als secretaris en personal assistent van Cicero is het vertelperspectief van de auteur en dus niet een van deze hiervoor vermelde ‘tenoren’. De historicus Plutarchus maakt melding van Tiro die een soort steno had uitgevonden om de speeches van zijn meester op te tekenen en een biografie over Cicero zou hebben geschreven. Dat boek is echter verdwenen als het al zou hebben bestaan en de schrijver vond het een uitdaging om het opnieuw te scheppen.
Het verhaal in dit boek (het eerste uit een trilogie) beslaat de opkomst van Cicero en zijn politieke triomfen. Cicero had een relatief eenvoudige afkomst die hem belemmerde om soepel in het door hem zo geambieerde consulschap te glijden. De auteur blijft dichtbij de historische waarheid over Cicero, Rome’s grootste en beroemdste retoricus, maar het is en blijft een roman.
Rome werd in feite geregeerd door enkele steenrijke machtshebbers, die er buitengewoon goed in slaagden om hun posities veilig te stellen via smeergeld en corruptie. Cicero was een fanatiek verdediger van de Republikeinse waarden, en naast zijn afkomst had hij deze corrupte staatslieden ook als grote obstakels op zijn weg naar de top.
In Rome (tijdens de republiek) volgende de verkiezingen elkaar op voor de verschillende functies en het was dus ook constant verkiezingskoorts. Waar hebben wij dit nog meegemaakt. Politici zijn dol op aandacht en ze zijn dol op macht. Dat is al millennia zo en dat zal waarschijnlijk ook zo blijven. Het grote probleem dat vele politici met elkaar delen is dat ze niet weten wanneer ze ermee moeten ophouden en na hun “carrière” publiek blijven optreden, al was het maar om hun ijdelheid te blijven strelen. Ook dit is een oud zeer en waarom dacht je dat de Mark Eyskens en de Louis Tobbacken van deze eeuw in een programma als “De Slimste Mens” hun opwachting maken en zich daar waarschijnlijk ook nog vorstelijk voor laten betalen. Of dacht u ook soms dat Marc De Gryse voetbal analyst is om de “Liefde voor het voetbal”?
Cicero had het volk op zijn hand, en dat voordeel wist hij handig uit te buiten met zijn tongriem.
Hoewel er geen moord opgelost moet worden en er geen vulkaan op uitbarsten staat, druipt in Imperium de spanning van de pagina’s af. Het eerste deel van het boek speelt zich af in de rechtszaal, waar Cicero de voormalige gouverneur van Sicilië, Gaius Verres, vervolgt. Verres heeft het eiland volledig leeggeroofd, maar omdat hij over machtige vrienden in Rome beschikt, lijken zijn misdaden onbestraft te blijven. In een zinderend rechtbankdrama neemt Cicero het op tegen Verres en het Romeinse establishment. Met niets anders dan de kracht van zijn taal weet hij de hem vijandig gezinde jury te overtuigen van zijn gelijk. Daarmee is zijn naam gemaakt. Het pad naar politieke macht, imperium, ligt open.
Als Pompeius het dictatorschap opeist alvorens hij optrekt tegen een groep piraten die de haven van Ostia heeft aangevallen, legt de auteur hem de beruchte zin ‘wie niet voor ons is, is tegen ons’ in de mond.
Naast die rechtszaken hangt er een beeld van Rome en de rumoerige politieke toestand. De welig tierende corruptie druiste tegen de waarden in van de Republiek, en in de jonge Cicero kreeg Rome een fervent strijder tegen de arrogante aristocratie. In de coulissen van het verhaal al een net zo jonge Caesar zich roeren, die qua ambitie niet onderdeed voor Cicero.
Een van de machtigste tegenstanders van Cicero wordt Crassus, die door zijn onmetelijke fortuin vrijwel onaantastbaar was en de meeste politici in zijn zak had zitten.
Cicero was er echter bedreven in om mensen tegen elkaar uit te spelen, en de informatie die hij over opponenten had op het juiste moment in te zetten. Marcus Tullius Cicero kon mede hierdoor op zijn tweeënveertigste zijn grootste ambitie waarmaken: het Romeinse consulaat, het ultieme imperium.
Cicero heeft een rijk literair oeuvre nagelaten waar de auteur heeft kunnen putten, inclusief de sarcastische uitspraken waar de Romein bekend om stond. In de verantwoording beschrijft hij dat het merendeel van de gebeurtenissen op waarheid berusten. Zelfs de vermelding van de sympathieke, toegewijde Tiro vond hij in geschriften van Plutarchus en Asconius: naar verluidt had Tiro het levensverhaal van Cicero opgetekend, dat met de ondergang van het Romeinse Rijk verloren is gegaan. Overigens houdt het boek op bij de benoeming van Cicero tot consul.
Cicero’s hang naar de spotlights zal hem uiteindelijk slecht bekomen. Hij wordt in 43 voor Christus vermoord in opdracht van Marcus Antonius alhoewel hij de kans om te vluchten naar Griekenland heeft en daar in vrede te leven. Toch keert hij om, richting Rome. Cicero sterft liever dan dat hij zwijgend verdwijnt. Het is ook het motto van dit eerste boek, een zin uit een van zijn brieven gekozen waaruit zijn zucht naar het politieke theater blijkt: “De stad, blijf in de stad, en leef in de schijnwerpers!”.
Ik kijk in alle geval uit naar het tweede deel Lustrum.
Leo.
Reacties
Een reactie posten