Doorgaan naar hoofdcontent

Archeologische opgravingen en patriarchale basiliek van Aquileia - Werelderfgoed

Aquileia ligt aan het noordelijke uiteinde van de Adriatische Zee, nu aan de rivier Natissa, maar oorspronkelijk aan de kust en door verzanding opgeschoven naar het binnenland.  Het maakt deel uit van de  autonome regio Friuli- Venezia Giulia. 

Het minst wat hiervan kan gezegd worden is dat de regio niet op de gewone wegen van de doorsnee toerist ligt, alhoewel gans de regio meer dan een bezoek waard is, waar wij uiteraard  ook niet konden ontbreken. Udine, Pordenone, Gorizia en Triëste nodigen zeker uit tot een bezoek. En ook de keuken is uitstekend, Oostenrijks-Sloveense invloeden.  Polenta a volonté, Prosciutto San Daniele (waarschijnlijk de zachtste rauwe ham van het schiereiland), Montasio kaas, schitterende witte wijnen en de uitstekende Refosco wijnen.  En vergeet niet, Triëste is de koffiehoofdstad van Italië.

Aquileia
De Romeinse stad dateert uit 181 VC als buitenpost tegen de Gallische en Istrische barbaren en werd een van de grootste havens van het Rijk en een van de rijkste steden die Centraal Europa verbond met het Middellandse Zeegebied totdat het in 452 NC werd geplunderd en verwoest door de Hunnen onder leiding van Attila.

Na het Edict van Milaan in 313 werden christenen niet meer vervolgd en konden de eerste kerken worden gebouwd. Onder bisschop Theodore kwam in Aquileia in de 4e eeuw een kerk tot stand, maar die werd al snel verwoest. Later die eeuw kwam er een post Theodorische kerk, op de oude fundamenten op de moerassige grond. De kerk speelde van hieruit een grote rol in de evangelisatie van een groot deel van Midden-Europa. Het werd de zetel van een patriarchaat van Venetië (ontstaan na het concilie van Constantinopel) dat tot 1751 overleefde.

In de 9e eeuw werd en derde kerk gebouwd, weer op de oude fundamenten, de kerk van Maxentius. In 1031 bouwde de patriarch Poppo de huidige kathedraal op de fundamenten van deze kerken en deze kreeg een plat dak. De kathedraal werd rond 1379 vanaf de bogen tot het dak herbouwd in gotische stijl door patriarch Marquad von Randeck na een aardbeving die de regio teisterde.

Basiliek 
Interieur van de Basiliek
De mozaïekvloer vormt het hoogtepunt van dit monument. Hij dateert nog uit de 4e eeuw en werd in de periode 1909-1912 blootgelegd door de rode tegels, aangebracht onder Poppo, te verwijderen. Een enorm mozaïek, 760 m² en daarmee de grootste oudchristelijke mozaïekvloer in Europa. De afbeeldingen op de vloer zijn symbolisch, vol bijbelse taferelen en allegorieën. Zo komt de “Knoop van Salomon” veel voor, de twee lussen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ook is links bij de ingang een gevecht te zien tussen de haan en de schildpad, oftewel tussen God en de duivel.
Detail uit de mozaïek

Salomons knoop
De haan en de schildpad

Crypte
Onder de basiliek vind je de crypte en de kapel van Santa Petra uit de 9e eeuw. De crypte heeft mooie Byzantijnse fresco's die in de 12e eeuw zijn aangebracht in opdracht bisschop Ermanno. De portico is van een latere periode.

De doopkapel is uit de 5e eeuw en staat tegenover de entree van de basiliek. Ze zijn met elkaar verbonden. Het gebouw is vierkant van buiten en achthoekig van binnen; daar staat een groot zeshoekig doopvont omringd door zes pilaren, die vroeger bovenaan in een boog verbonden waren met de buitenmuur. De doopceremonie werd maximaal tweemaal per jaar gehouden, op de dag voor Kerstmis en soms nog op een andere dag. Dopelingen, in die tijd enkel volwassenen, betraden het gebouw aan de westkant, werden ondergedompeld, en verlieten het gebouw via de oostelijke deur, naar het licht en de basiliek lopend. Het doopvont is gerestaureerd door Carolus VI.

Achter de basiliek ligt een kerkhof met slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Er zijn enkele monumenten op het kerkhof, o.a. ter herdenking van Maria Bergamas, die samen met tien onbekende soldaten is begraven. Zij staat bekend als "Moeder van de onbekende soldaat".

Het grootste deel van de stad Aquileia is nog niet uitgegraven en vormt als gevolg daarvan een uniek archeologisch reservaat. Sinds 1998 staat de kerk op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Forum van Aquileia
Aquileia's rijkdom en status binnen het rijk kwam tot uiting in de prachtige openbare gebouwen en privé woningen waarvan er vele als archeologische overblijfselen overleefden. Het archeologische gebied beslaat 155 hectare en omvat een deel van het forum en de Romeinse basiliek (gerechtsgebouw), de haven, een van de thermen en twee luxueuze wooncomplexen.

Buiten de laat -Romeinse stadsmuren, waarvan de hele route is gesitueerd en waarvan een deel nog steeds overleeft, hebben opgravingen ook een begraafplaats onthuld met een aantal indrukwekkende grafmonumenten. Ondergrondse archeologische overblijfselen van het amfitheater en het circus zijn ook bewaard gebleven.

De meest opvallende overblijfselen van de Romeinse stad zijn die van de haveninstallaties, een lange rij magazijnen en kades die zich uitstrekken langs de oever van de rivier. Deze werden opgenomen in de 4e eeuwse verdedigingswerken, waarvan vandaag de dag substantiële sporen te zien zijn.

Overblijfselen van de haven

De argumentatie van de werelderfgoedcommissie om Aquileia op te nemen zijn de volgende 3 criteria:
·      Criterium III:  Aquileia was een van de grootste en meest rijke steden van het Vroeg-Romeinse Rijk.
·     Criterium IV: Vanwege het feit dat het grootste deel van het oude Aquileia intact en niet-uitgegraven overleeft, is het het meest complete voorbeeld van een vroeg-Romeinse stad in de mediterrane wereld.
·       Criterium VI: Het patriarchale basilicacomplex in Aquileia speelde een beslissende rol in de verspreiding van het christendom in Midden-Europa in de vroege middeleeuwen.

De eigenschap van het werelderfgoed omvat alle elementen die bijdragen tot het rechtvaardigen van zijn buitengewone universele waarde, waaronder het patriarchale complex van de basiliek en de hele uitbreiding van de Romeinse stad. Het grootste deel van het archeologische gebied is intact gebleven omdat het zich bevindt onder de kleine moderne stad en grote landbouwgrond. Het is daarom waarschijnlijk de grootste niet opgegraven Romeinse stad in de hele mediterrane wereld en daarom is het potentieel voor onderzoek enorm.

Bedreigingen voor het onroerend goed hebben voornamelijk betrekking op waterschade veroorzaakt door overstromingen en het niveau van de waterstand. Bovendien werd de impact van het verkeer op de hoofdstraat van de snelweg die door het pand liep geïdentificeerd op het moment van inscriptie.
Archeologisch werk begon in Aquileia aan het einde van de 19e eeuw en heeft sindsdien, hand in hand met conservering en minimale reconstructiewerkzaamheden, in verband gebracht met nauwgezet archeologisch en kunsthistorisch onderzoek. Sommige restauratiewerkzaamheden die in de decennia voorafgaand aan en volgende de Tweede Wereldoorlog zijn uitgevoerd aan opgegraven archeologische gebieden, zouden volgens de huidige normen echter niet aanvaardbaar zijn. Dit werk omvatte de reconstructie van colonnades met behulp van stenen om ontbrekende delen van kolommen te vullen en steenplaten voor bestratingen te importeren, werk dat de huidige limieten van acceptabele restauratie overschrijdt. Er is nu een strenger beleid van kracht, met minimale tussenkomst.

Als gevolg hiervan is de authenticiteit van het pand hoog. Het grootste deel van de oorspronkelijke stad Aquileia blijft bijvoorbeeld begraven en onontgonnen onder de moderne kleine stad en landbouwgrond, de indeling en vorm van de Romeinse stad overleeft intact. Het gebied blijft functioneren als een klein stedelijk centrum, hoewel Aquileia's rol als belangrijk handelscentrum vele eeuwen geleden door Venetië werd vervangen.

De patriarchale basiliek heeft zijn religieuze functie behouden. Het huidige gebouw, met zijn kruisvormige lay-out, dateert uit de 9e eeuw, hoewel de fundamenten uit de Romeinse tijd stammen. De originele romaanse stijl is grotendeels bewaard gebleven, alleen beïnvloed door gotische elementen die een reconstructieprogramma weerspiegelen na een aardbeving in het midden van de 14e eeuw.

Het merendeel van het werk dat in de basiliek is ondernomen, heeft de principes van het handvest voor het behoud en de restauratie gevolgd. Bovendien zijn de restauratie en het behoud van de mozaïekvloeren in het interieur en de restauratie van de doopkapel gedaan volgens de strengste conservatieve criteria.

Het volledige gebied ingeschreven op de Werelderfgoedlijst is beschermd op grond van een wet van cultureel erfgoed en landschap, een veiligheidsmaatregel die waarborgt dat elke activiteit op de site moet worden geautoriseerd door de relevante toezichthouder, het ministerie voor Cultureel erfgoed.
Het eigendom wordt gedeeld tussen de Italiaanse staat (opgegraven gebieden, musea), de rooms-katholieke kerk (het complex van de basiliek), de gemeente Aquileia en particulieren.

De algemene verantwoordelijkheid voor het toezicht op de bescherming door wetgeving ligt bij de perifere kantoren van het ministerie van cultureel erfgoed en activiteiten, gevestigd in Triëste, dat de archeologische vindplaatsen en musea beheert. Een alomvattend plan voor het beheer van de eigendommen is opgesteld en dit voorziet in regelmatige beschermingsprojecten en ook speciale onderzoeks- en restauratieactiviteiten. De kerkelijke autoriteiten beheren het basiliekcomplex en hebben een gedetailleerd programma van conservatie- en restauratieactiviteiten. De gemeente controleert actief alle activiteiten binnen haar bevoegdheid. Het is de moeite waard om erop te wijzen dat het een groot voorstander is van alle activiteiten die zijn opgezet om de bescherming en presentatie van zijn erfgoed uit te breiden.




Reacties

Populaire posts van deze blog

De ontvoering van Proserpina.

Enkel voor dit beeld van Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) zou ik naar Rome gaan. Iedereen heeft wel zo'n beeldhouwwerk welk hij graag op zijn kast zou hebben of in zijn living staan. Sommigen zullen kiezen voor de David, Mozes of de Pietà (Michelangelo), anderen voor werk van Rodin of Meunier, enkelingen houden het bij Begga D'Haese. Ik dus niet. Proserpina is de Romeinse Persephone. Ik kan er uren naar kijken, de gaafheid van de sculptuur, de kleur van het marmer, de vingerafdrukken van de ontvoerder in de dijen van het ontvoerde meisje (ja, meisje, eerder een jonge dame naar de vormen te oordelen), de radeloosheid in de blik van Proserpina. Maak van een volgend bezoek aan Rome zeker eens het voornemen om Proserpina met een bezoek te vereren in de Galleria Borghese, waar nog veel anders schoons staat. En niet vergeten om je tickets op voorhand online te bestellen of je komt er niet in ! Persephone (Grieks: Περσεφονεια, Persefoneia) is in de Griekse mythologie ...

Colonia Ulpia Traiana

In 13/12 v.Chr. bouwt de Romeinse veldheer Nero Claudius Drusus de legerplaats Castra Vetera. Deze plaats bevindt zich aan de monding van de Lippe met de Rijn op de Fürstenberg. Dit fort diende als uitvalsbasis voor een veldtocht op de rechter Rijnoever in 8 v.Chr. die leidde tot de onderwerping van de Germaanse stam van de Sugambren. Zij werden gedwongen naar de linker Rijnoever te verhuizen en werden in het vervolg aangeduid als Ciberni, Cuberni of Cugerni. De nederzetting krijgt nadien de naam Cibernodorum en heeft dezelfde status als het noordelijke gelegen Batavodurum (Nijmegen), woonplaats van de Bataven. De nabijheid van een Romeins legioen in Castra Vetera en de ligging aan een zijarm van de Rijn zorgden ervoor dat de plaats zich in enkele jaren ontwikkelde tot een welvarende handelsnederzetting. Tijdens de Bataafse Opstand (69/70) deelde de plaats echter het lot van Castra Vetera en werd zij platgebrand. Grondplan In 71 werden zowel het fort en Cibernodorum...

De zaak Torfs

Auteur : Jo Claes Eerste uitgave : 2008. Deze krimi speelt zich af in Leuven en centraal in het verhaal staat de moord op de kunstexpert/restaurateur Pieter Torfs. Een beeldschone vrouw, Christine Jonckheere, vraagt hem of hij een schilderij dat geschilderd zou zijn door de laatmiddeleeuwse kunstenaar Martin Schongauer, op echtheid wil onderzoeken. Torfs, die een passionele maar bizarre verhouding heeft met zijn assistente, en open staat voor vrouwelijk schoon, vermoedt dat er iets niet pluis is met het schilderij. Maar toch neemt hij de opdracht aan als blijkt dat zijn cliënt in meer is geinteresseerd dan een louter zakelijke relatie. Na een wetenschappelijk onderzoek, schrijft Torfs schrijft een echtheidscertificaat uit. Later blijkt dit schilderij, inmiddels verkocht, toch een vervalsing te zijn. Kort daarna hangt Torfs te bengelen aan een koord. Zelfmoord ? Hoofdinspecteur Thomas Berg, is juist overgeplaatst van Brussel naar Leuven. Een ongelukkige liefde maak...