Auteur : Jo Claes
Uitgeverij : Houtekiet in 2013
In café ‘De Weerelt’ op de Oude
Markt, wordt een dienster op een beestachtige manier vermoord. Het
meisje is halfnaakt. Haar schaamhaar is volledig afgeschoren. Door
haar tong steekt een tekenpotlood en vlakbij ligt een blad uit een
stripalbum waarop een verkrachtingsscène is afgebeeld.
Hoofdinspecteur Thomas Berg heeft nooit
eerder zoiets meegemaakt, sterker, de moordenaar heeft hem de plaats
delict zelf met de juiste coördinaten per e-mail bezorgd.
Voor mij, als geocacher, een boek om
verder in een ruk uit te lezen. Want wat doet een geocacher, aan de
hand van coördinaten gaat hij op zoek met een gps naar een cache,
een schat als het ware, een probleem om op te lossen en van de vondst
te genieten. Weliswaar niet in deze roman want je treft enkel een
verminkt lijk aan.
Een paar dagen later krijgt Berg een
soortgelijke mail. Opnieuw vindt de politie een jonge vrouw die in
bijna identieke omstandigheden werd verkracht, verminkt en vermoord.
En weer ligt er een pagina uit een stripverhaal naast het lijk.
Vanaf dat ogenblik verkeert de
studentenstad in de greep van de angst. Leuven geraakt stilaan in de
ban van een seriemoordenaar wanneer het aantal moorden toeneemt. De
sadist pleegt de moorden op steeds dezelfde bizarre wijze. Zowel
mannelijke als vrouwelijke slachtoffers worden verminkt gevonden met
een lichaamsdeel doorboord door een potlood en bij elk slachtoffer
ligt telkens weer dezelfde pagina uit het stripverhaal. Ook Berg
vreest dat in Leuven een volkomen verknipte sadist, ja zelfs een
psychopaat rondwaart, vooral als er nog meer slachtoffers vallen
In de pers wordt de psychopaat, die
blijkbaar ongrijpbaar is, weldra de stripmoordenaar genoemd.
Hoofdinspecteur Berg en zijn team
houden zich met de uiterst vreemde zaak bezig. De stripmoordenaar
daagt hen uit door telkens per e-mail de coördinaten op te geven
waar het volgende lijk te vinden is. Een lange zoektocht begint naar
de band tussen de slachtoffers om de moordenaar op te sporen. Berg
krijgt het erg lastig om deze zaak op te lossen. Hij zet er zelfs
zijn job voor op het spel. De nukkige inspecteur blijkt echter een
volhouder te zijn en rekent op een foutje van de arrogante dader.
Ik heb nu bijna de ganse reeks uit de
Berg cyclus gelezen is dit naar mijn oordeel een meesterwerk. Het is
genieten van begin tot einde en je raakt opgeslorpt door de spannende
en boeiende ontwikkelingen.
Dat de “Bronzen Adhemar” een
tweejaarlijkse prijs voor de beste strip nu wel niet in Leuven wordt
uitgereikt maar in Turnhout, doet in feite niets ter zake, de
verwijzing naar het stripverhaal en rivaliteit onder striptekenaars
komt de verhaallijn zeker ten goede. De schrijver is ook goed
gedocumenteerd en je steekt ook wat op met de input van
wetenswaardigheden die hij in het verhaal verwerkt. Met het
middeleeuwse klaaglied ‘Egidius” tekent hij op een subtiele wijze
naar de drijfveer van de moordenaar. Wanneer de hoofdinspecteur door
de moordenaar in zijn hemd wordt gezet wordt dit vergeleken met de
wijze waarop Giotto met één penseeltrek een volmaakte cirkel trok
voor de sceptische paus Bonifatius VIII en niet Benedictus XI zoals de auteur vermeld. Onder druk van zijn oversten,
denkt hij aan het verhaal over de uitzonderlijke moed van de
weerspannige Romeinse patriciër Mucius Scaevola.
De dubbele betekenis van “Atlas”,
de titanenzoon die het hemelgewelf torste en niet de aarde of van de
geleerde van de legendarische koning van Mauretanië (in het Atlas
gebergte), is misschien ook de dubbele bodem van de titel van het
boek. Verwijzingen naar Mercator (Gerardus van Rupelmonde) zijn dan
ook in het boek terug te vinden. De replica van de globe van
Ferdinand Verbiest, jezuïet, missionaris en astronoom aan het
keizerlijk hof van China die in het Atrecht college in de
Naamsestraat staat, tooit dan ook de omslag van het boek.
Leo
Reacties
Een reactie posten