Doorgaan naar hoofdcontent

Laat barokke steden van Val di Noto - Werelderfgoed

Vandaag bevinden wij ons in Sicilië, een autonome regio van Italië en meer bepaald in het zuidoosten. Wij trokken er in 2017 in het voorjaar specifiek heen met de bedoeling er in de voetsporen te treden van Commissaris Montalbano, bekend vanwege de gelijknamige Tv reeks op RAI1 en ook reeds vertoont op de VRT, maar dan op ogenblikken dat enkel gepensioneerden kunnen kijken. Een betere publiciteit om deze  streek eens te bezoeken is klikken op deze link. U ziet de begingeneriek van een aflevering, die uitnodigt tot een bezoek. Commissaris Salvo Montalbano woont er in een onbestaand stadje Vigata en er gebeurt daar van alles.  De figuur is ontsproten aan het brein van een Siciliaans auteur, Andrea Camilleri, (geboren in 1925 in Porto Emedocle) een van de best verkopende misdaadauteurs van Italië.  Alle afleveringen zijn razend spannend en spelen zich af in een ongelooflijk decor, in een decor van Werelderfgoed.

Catania Piazza del Duomo
Caltagirone, Militello Val di Catania, Catania, Modica, Noto, Palazzolo, Ragusa en Scicli zijn de acht steden in het zuidoosten van Sicilië die na 1693 stuk voor stuk werden herbouwd op of naast bestaande steden ten gevolge van de aardbeving die plaatsvond in dat jaar. Ze vertegenwoordigen een aanzienlijke collectieve onderneming, met succes uitgevoerd op een hoog architectonische en artistiek niveau. De stedengroep vertegenwoordigt het hoogtepunt en de laatste bloei van de barokke kunst in Europa. De steden verbeelden daarnaast onderscheidende innovaties op gebied van ruimtelijke ordening en stedenbouw, met inachtneming van de late barokstijl van toen. Ze staan op de werelderfgoed lijst sedert 2002.

Caltagirone, Scalinata di Santa Maria del Monte
De acht steden verschillen in grootte en vertegenwoordigen een reeks antwoorden op de heropbouwbehoeften. Ze omvatten de hele oude stad van Caltagirone, Noto en Ragusa; specifieke stedelijke gebieden van Catania en Scicli; en geïsoleerde monumenten in de historische stadscentra van Modica, Palazzolo Acreide en Militello Val di Catania. 

Catania werd heropgebouwd op de plaats van de oorspronkelijke stad, terwijl anderen, zoals Noto, werden herbouwd op nieuwe locaties. Bij Ragusa en Palazzolo Acreide zijn nieuwe stedelijke centra ontstaan naast de oude. De centra van Scicli en Modica werden verplaatst en heropgebouwd in aangrenzende gedeelten die al gedeeltelijk verstedelijkt waren en Caltagirone werd eenvoudigweg gerepareerd.

Militello Val di Catania
De steden vertonen een overvloed aan laatbarokke kunst en architectuur van hoge kwaliteit en een opmerkelijke homogeniteit als een gevolg van de omstandigheden van tijd, plaats en sociale context waarin ze zijn gemaakt. Ze vertonen echter ook opvallende innovaties in de stadsplanning en stadsreconstructie. Het pand vertegenwoordigt ook een aanzienlijke collectieve onderneming in reactie op een catastrofale seismische gebeurtenis.

Modica
Als we de argumentatie van Unesco er op nalezen dan worden niet minder 4 van de tien criteria aangestipt om deze regio op te nemen op de lijst van het werelderfgoed. Dus meer dan een bezoek waard.
  • Criterium I: De laatbarokke stadjes van de Val di Noto in het zuidoosten van Sicilië getuigen van een uitbundig genie van de late barokkunst en architectuur.
  • Criterium II: De laatbarokke steden van de Val di Noto vertegenwoordigen het hoogtepunt en de uiteindelijke bloei van de barokke kunst in Europa.
  • Criterium IV: De uitzonderlijke kwaliteit van de late barokke kunst en architectuur in de Val di Noto ligt in zijn geografische en chronologische homogeniteit en is het resultaat van de aardbeving in 1693 in deze regio.
  • Criterium V: De acht laatbarokke steden van de Val di Noto in het zuidoosten van Sicilië zijn kenmerkend voor het vestigingspatroon en de stedelijke vorm van deze regio, lopen permanent gevaar door aardbevingen en uitbarstingen van de Etna.

Noto
Het patrimonium omvat alle attributen die nodig zijn om zijn uitzonderlijke universele waarde uit te drukken, aangezien het de meest representatieve centra van de late Barokperiode in de Val di Noto omvat. De acht steden weerspiegelen het scala aan architecturale en stedenbouwkundige ontwikkelingen als gevolg van de post-seismische reconstructie in de Val di Noto na de aardbeving in 1693. Deze aardbeving creëerde een kans voor een enorme artistieke, architecturale en anti-seismische vernieuwing van de steden. De centra behouden hun woonfunctie, samen met een levendige samenleving van inwoners.

Palazollo Acreide
De acht steden vertonen nog steeds met opmerkelijke homogeniteit de late barokke kunst en architecturale stijl van Zuidoost-Sicilië in individuele gebouwen en stadsplanning. In het bijzonder brengen de bijna volledig bewaard gebleven stadsplannen, die slechts weinig wijzigingen hebben ondergaan, een aantal reacties op de vernietiging veroorzaakt door de aardbeving tot uiting.

Ragusa Ibla
 Hoewel het onroerend goed voldoet aan de vereisten voor authenticiteit, is het getroffen door verdere seismische activiteit evenals degradatie op de lange termijn, en een groot aantal gebouwen en monumentale complexen vereisen ingrijpende herstel-, consolidatie- en onderhoudsinterventies.

Scicli
Het merendeel van de eigendommen in alle acht steden is in privébezit. Andere eigendommen zijn eigendom van de kerk, de Italiaanse staat en de lokale overheden. De regionale provincies Catania, Ragusa en Syracuse, evenals de gemeenten van de acht steden, hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen voor het stedelijk en architectonisch erfgoed in hun respectieve territoria. De acht steden worden in de respectieve stadsplannen geïdentificeerd als homogene territoriale zones of historische centra, waar het bestaande stedelijke en architecturale erfgoed alleen kan worden ingediend voor renovatie- en onderhoudswerkzaamheden die de historische en culturele roeping van elke stad volledig respecteren.


Reacties

Populaire posts van deze blog

De ontvoering van Proserpina.

Enkel voor dit beeld van Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) zou ik naar Rome gaan. Iedereen heeft wel zo'n beeldhouwwerk welk hij graag op zijn kast zou hebben of in zijn living staan. Sommigen zullen kiezen voor de David, Mozes of de Pietà (Michelangelo), anderen voor werk van Rodin of Meunier, enkelingen houden het bij Begga D'Haese. Ik dus niet. Proserpina is de Romeinse Persephone. Ik kan er uren naar kijken, de gaafheid van de sculptuur, de kleur van het marmer, de vingerafdrukken van de ontvoerder in de dijen van het ontvoerde meisje (ja, meisje, eerder een jonge dame naar de vormen te oordelen), de radeloosheid in de blik van Proserpina. Maak van een volgend bezoek aan Rome zeker eens het voornemen om Proserpina met een bezoek te vereren in de Galleria Borghese, waar nog veel anders schoons staat. En niet vergeten om je tickets op voorhand online te bestellen of je komt er niet in ! Persephone (Grieks: Περσεφονεια, Persefoneia) is in de Griekse mythologie

Het geheim van Montségur

Auteur: Sophy Burnham, Oorspronkelijke titel : The Treasure of Montségur Eerste uitgave : 2003 Het verhaal speelt zich ergens af tussen 1209, wanneer de stad Beziers in de as wordt gelegd en 1243 waneer het beleg van Montségur plaats vindt. De auteur vertelt deze zoveelste dwaze godsdienstvervolging via de romanfiguur Jeanne, een meisje van 2 à 4 jaar die rond het verwoeste Béziers rondloopt in een bebloed kleedje. Zij wordt opgenomen door vrouwe Esclarmonde die haar als een dochter opvoedt, volgens de levenswijze der katharen. Op haar dertiende begaat zij een “wandaad” en wordt ze naar Montségur gestuurd, waar ze strenger onderricht krijgt. Ondertussen maakt de Inquisitie jacht op de katharen, met totale uitroeiing als doel. Jeanne raakt betrokken bij het verzet en strijdt voor vrijheid, samen met haar grote liefde William, de echtgenoot van haar beste vriendin. In 1243 belegeren de Fransen het fort Montségur waar de elite van de kathaarse kerk samen met een garnizoen nog gedurende t

Tijdsmeting en kalender

De laatste tijd had ik het gevoel dat ik meer wou weten over tijdsmeting in de Oudheid, en voornamelijk in het Oude Rome. Men viert op 21 april, niet zo maar niets voor niets dit jaar de 2762e verjaardag van Rome en SPQR nodigde die dag in het Klein Begijnhof te Leuven dan ook zijn leden uit om getuige te zijn van de jaarlijkse Romulus prijs, welke dit jaar te beurt viel aan Guido Cuyt (voor zijn jarenlange inzet als voorzitter van de AVRA, de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie) en een stevige drink en hapjes. Ik had dit gevoel ook enkele dagen voordien in het Museo Nazionale Romano (Palazzo Massimo alle Terme) bij een Fasti (vorm van kalender), en herinnerde mij toen ook de reeks ROME, een BBC reeks die ook op Canvas was te zien, waar de lezer van de “acta diurna” (oorsprong van het woord journaal of dagelijkse berichten) voor een kalender stond, gelijkaardig aan deze in het Palazzo Massimo alle Terme. Dus historici en classici, nu de moment om te reageren op deze post. D