Doorgaan naar hoofdcontent

De Belgische chocolade, een heerlijke traditie !

Dat België wereldberoemd is om zijn chocolade, hoeft geen betoog. Alleen al het feit dat je deze delicatesse overal te wereld aantreft als “Belgian chocolate” zegt meer dan genoeg. De Belg consumeert 9,69 kg chocolade per jaar en komt daarmee op de derde plaats na Zwitserland en Duitsland..

De Belgische chocolatiers halen een jaarlijkse productie van ruim 150.000 ton. Driekwart is bestemd voor de export. Meer dan 40 procent gaat naar pralines. Een absoluut wereldrecord.

Chocolade heeft ook de naam een erotische connotatie te hebben. Men stelt vaak dat chocolade een erotiserende werking heeft. Naar verluidt liet de maîtresse van Lodewijk XV haar minnaars chocolade drinken en gebruikte ook Casanova cacao als liefdesdrank. Nonsens? Misschien niet. Chocolade bevat fenylethylamine, een stof in onze hersenen die ons euforisch maakt. En euforie wordt vaak geassocieerd met verliefdheid. Bovendien bevat een reep chocolade ongeveer 6 mg cafeïne, een fractie van wat in een kop koffie zit, maar genoeg om van op te kikkeren. Greep jij nooit naar een reep chocolade uit verdriet of uit pure lust?

De cacaoboom heet wetenschappelijk “theobroma cacao” en theobroma is Grieks en betekent “voedsel van de goden”. ‘Cacao’ is een woord van de Zuidamerikaanse indianen. Zij dronken ‘tchocoatl’ (of ‘xocolatl’ of ‘cacahuatl’) - letterlijk vertaald “een bittere drank” - op basis van gedroogde cacaobonen, peper, honing, vanille en sappen.

De Spaanse ‘conquistadores’ voegden aan het bittere drankje suiker en room toe in plaats van peper. Ze introduceerden de cacao in Europa, waar het lange tijd de exclusieve drank van de adel en de rijken bleef. Pas in de 19de eeuw werd chocolade een belangrijk consumptieartikel. Dit is vooral te danken aan de uitvinding van de cacaopers door de Nederlander Conrad van Houten. Dankzij de pers kon men het vet uit de cacaonoten persen en een chocoladedrank maken die veel beter verteerbaar was. De eerste chocolade in tabletvorm werd in 1847 in Engeland op de markt gebracht

En waarom is de Belgische chocolade nu de lekkerste van de wereld om het chauvinistisch uit te drukken?
Als reactie op een Europese verordening (besluit 2000/36/CE) is vanaf 2003 toegelaten om buiten de cacaoboter ook andere vegetale vetten (maximaal 5%) te gebruiken. Dit maakt chocolade goedkoper maar aan de andere kant verminderd de kwaliteit er een stuk op. Daarom heeft men in België het Amboa logo ingevoerd welke garant staat dat de producten bereid zijn op basis van exclusief cacao en cacaoboter, dus zonder toevoeging van eender welk vegetale vetstof. Men wil dus duidelijk de goeie reputatie op chocoladegebied hoog houden en het label helpt daar vast en zeker toe.

Vijf objectieve redenen zijn er om de reputatie van Belgische chocolade te staven:
  • er worden alleen cacao bonen van excellente kwaliteit gebruikt: hun oorsprong wordt zorgvuldig uitgekozen en er wordt met zorg toegezien op de verwerking.
  • een speciale zorg wordt besteed aan het branden en het malen (er wordt gemalen tot 12 microns, in Groot-Brittannië bijvoorbeeld wordt er slechts tot 24 microns gemalen).
  • de kwaliteit van de verschillende ingrediënten, zoals de suiker, is superieur.
  • het minimum aan cacao is 35% maar meestal 43% in de praktijk.
  • zowel grote als kleine chocolatiers worden gedreven door de grote kennis en passie voor hun vak.

Een beetje economische wetenswaardigheden.

Latijns-Amerika, de bakermat van de cacao, gaat met rasse schreden achteruit. Nu vertegenwoordigt het 13 procent van de wereldproductie - een halvering sinds de jaren tachtig. Zuidoost-Azië produceert momenteel 17 procent van de wereldproductie.

Nu is de belangrijkste cacaoregio West-Afrika, goed voor 70 % van de wereldproductie. Landen als Ivoorkust, Ghana, Nigeria en Kameroen leveren de beste cacao, maar zijn ook extreem afhankelijk van het product. Toen in de jaren tachtig de prijs van cacao sterk daalde, kregen deze landen het knap moeilijk om hun schulden en renten nog langer af te betalen. Het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank eisten dat het staatsmonopolie op de cacaohandel werd afgeschaft. Deze gedwongen liberalisering leidde tot chaos en tastte de kwaliteit aan. In Afrika is de cacaoteelt een zaak van kleine, familiale bedrijven. De miljoenen cacaoboeren in Afrika zijn in de eerste plaats producenten. De meeste cacaoboeren verbouwen hun hele leven cacao, maar hebben nooit één stukje chocolade geproefd.

In Brazilië en de Aziatische cacaomachten Indonesië en Maleisië gebeurt de productie vooral op grote plantages. Voor de economie van deze drie grote producenten is cacao slechts van marginaal belang. Maar hun goedkoop geproduceerde cacao van minderwaardige kwaliteit duwt wel de wereldmarktprijzen naar omlaag …

De verhandeling en de verwerking van cacaobonen (kortom: de dingen waarmee het meeste geld te verdienen valt) zijn in handen van het Noorden of nog beter uitgedrukt is in handen van enkele zeer machtige firma’s in het Noorden. Vijf bedrijven controleren 80 procent van de wereldhandel, vijf (andere) bedrijven beheersen 70 procent van de verwerking, zes multinationals bezetten 80 procent van de chocolademarkt. De namen van handelaars en verwerkers doen je nauwelijks opkijken, maar de namen van de zes chocolademultinationals klinken wel als een klok. De Amerikaanse firma’s Hershey, Mars en Altria (eigenaar van Kraft-Jakobs-Suchard-Cote d’Or) en de Europese giganten Nestlé (Zwitserland), Cadbury-Schweppes (VK) en Ferrerro (Italië) zijn trouwens met veel meer producten dan cacao en chocolade bezig. Daarom voelen ze de prijsschommelingen op de cacaomarkt amper. Ze hebben grote volumes cacao van hoge kwaliteit aan scherpe prijzen nodig en drukken de aankoopkosten door een gedeelte van de cacaoboter door vetten te vervangen. En vooral hebben ze een machtig wapen in handen: hun voorraden.

Overschotten en tekorten zijn typisch voor cacao.
Dat heeft meerdere oorzaken.
■ De cacaoboom is een vrij kwetsbare boom. Goed of slecht weer en eventuele ziektes beslissen vaak over de omvang en de kwaliteit van de oogst.
■ De producenten kunnen niet één-twee-drie ingrijpen in de productie. Pas na zeven jaar draagt een nieuwe boom vruchten. Als boeren bomen bijplanten (bijvoorbeeld omdat de prijzen hoog zijn), dan voelen ze het effect ervan pas zeven jaar later. Maar op dat moment zijn de prijzen misschien alweer gezakt. Waardoor er nieuwe overschotten zijn ontstaan. Die lange cyclus maakt het de productielanden moeilijk om alert te reageren op de grillen van de markt.
■ De productielanden zijn niet in staat om voorraden aan te leggen. Het is er te warm en te vochtig. De oogst wordt zo vlug mogelijk verhandeld naar landen in het Noorden.
En de voorraden zijn gigantisch groot, genoeg om het bijna een half jaar uit te houden. De consumptielanden gebruiken die voorraden om de prijzen te manipuleren.

België is vooral gekend voor zijn gevarieerd aanbod van excellente pralines.
Het is de Belg, Jean Neuhaus, kleinzoon van een gelijknamige Zwitser die zich in Brussel had gevestigd, die in 1912, als eerste pralines op de markt brengt. Dit gebeurt in zijn confiserie aan de Koninginnegalerij in Brussel. Vandaag telt Brussel een ruim aantal vermaarde chocolademakers, maar is er ook het museum van Cacao en Chocolade: http://www.mucc.be/

Brussel, chocoladehoofdstad.

Al je nu even wandelt langs de Zavel te Brussel en de omgeving van de Grote Markt, vindt je niet meer alleen de “brocante” en de “prullaria” van een toeristische omgeving met zijn toeristenaanbod van kant en Manneken Pis toestanden, maar ook de huizen van de chocolatiers. Dit zijn foto’s die ik vorig weekend op een wandeling door Brussel lukraak heb geschoten van meer dan befaamde huizen, waar de chocolade op zijn best wordt verkocht, soms aan prijzen die niet voor elke geldbeugel passen, maar niettemin lekker als je een of andere persoon wil verwennen.

En voor die welke over dit item nog meer willen weten kan ik aanraden om een compleet en amusant boek, geschreven door Jacques Mercier, journalist en kenner: "Le chocolat belge" pralines, bâtons, desserts, biscuits. (Editie : La Renaissance du livre) eens te hand te nemen. Veel van wat hier is beschreven kan u ook vinden op de website van Oxfam wereldwinkels.










Leo.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

De ontvoering van Proserpina.

Enkel voor dit beeld van Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) zou ik naar Rome gaan. Iedereen heeft wel zo'n beeldhouwwerk welk hij graag op zijn kast zou hebben of in zijn living staan. Sommigen zullen kiezen voor de David, Mozes of de Pietà (Michelangelo), anderen voor werk van Rodin of Meunier, enkelingen houden het bij Begga D'Haese. Ik dus niet. Proserpina is de Romeinse Persephone. Ik kan er uren naar kijken, de gaafheid van de sculptuur, de kleur van het marmer, de vingerafdrukken van de ontvoerder in de dijen van het ontvoerde meisje (ja, meisje, eerder een jonge dame naar de vormen te oordelen), de radeloosheid in de blik van Proserpina. Maak van een volgend bezoek aan Rome zeker eens het voornemen om Proserpina met een bezoek te vereren in de Galleria Borghese, waar nog veel anders schoons staat. En niet vergeten om je tickets op voorhand online te bestellen of je komt er niet in ! Persephone (Grieks: Περσεφονεια, Persefoneia) is in de Griekse mythologie

Het geheim van Montségur

Auteur: Sophy Burnham, Oorspronkelijke titel : The Treasure of Montségur Eerste uitgave : 2003 Het verhaal speelt zich ergens af tussen 1209, wanneer de stad Beziers in de as wordt gelegd en 1243 waneer het beleg van Montségur plaats vindt. De auteur vertelt deze zoveelste dwaze godsdienstvervolging via de romanfiguur Jeanne, een meisje van 2 à 4 jaar die rond het verwoeste Béziers rondloopt in een bebloed kleedje. Zij wordt opgenomen door vrouwe Esclarmonde die haar als een dochter opvoedt, volgens de levenswijze der katharen. Op haar dertiende begaat zij een “wandaad” en wordt ze naar Montségur gestuurd, waar ze strenger onderricht krijgt. Ondertussen maakt de Inquisitie jacht op de katharen, met totale uitroeiing als doel. Jeanne raakt betrokken bij het verzet en strijdt voor vrijheid, samen met haar grote liefde William, de echtgenoot van haar beste vriendin. In 1243 belegeren de Fransen het fort Montségur waar de elite van de kathaarse kerk samen met een garnizoen nog gedurende t

Tijdsmeting en kalender

De laatste tijd had ik het gevoel dat ik meer wou weten over tijdsmeting in de Oudheid, en voornamelijk in het Oude Rome. Men viert op 21 april, niet zo maar niets voor niets dit jaar de 2762e verjaardag van Rome en SPQR nodigde die dag in het Klein Begijnhof te Leuven dan ook zijn leden uit om getuige te zijn van de jaarlijkse Romulus prijs, welke dit jaar te beurt viel aan Guido Cuyt (voor zijn jarenlange inzet als voorzitter van de AVRA, de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie) en een stevige drink en hapjes. Ik had dit gevoel ook enkele dagen voordien in het Museo Nazionale Romano (Palazzo Massimo alle Terme) bij een Fasti (vorm van kalender), en herinnerde mij toen ook de reeks ROME, een BBC reeks die ook op Canvas was te zien, waar de lezer van de “acta diurna” (oorsprong van het woord journaal of dagelijkse berichten) voor een kalender stond, gelijkaardig aan deze in het Palazzo Massimo alle Terme. Dus historici en classici, nu de moment om te reageren op deze post. D