Doorgaan naar hoofdcontent

De hervorming van justitie

In een periode dat de Federale overheidsdiensten (FOD) door de crisis en de bezuinigingsdrift van onze regering moeten inleveren, is justitie een van de weinige overheidsdepartementen die de voorbije jaren hun budget zo bestendig hebben zien stijgen. Het justitiebudget steeg van 750 miljoen euro in 1993 naar 1,82 miljard in 2012.

En nochtans functioneert justitie nog steeds niet naar behoren. Dit statement wordt door de beleidsmakers zelf erkent. Toen op 19 december 2011 minister van Justitie Turtelboom haar beleidsnota voorlegde aan het parlement sprak ze dat de belangrijkste uitdaging voor de komende twee jaar was justitie definitief de 21e eeuw binnen te loodsen. Een correcte vaststelling, rijkelijk laat, na minstens twaalf jaar en waarschijnlijk 25 jaar getalm. Besluit : Justitie loopt jaren achter. Op zich geen verrassing maar het blijft niettemin pijnlijk voor een overheidsdienst waarin al zoveel werd geïnvesteerd.

Je slaat geen krant open of onze aandacht wordt afgeleid naar problemen met de strafrechtsbedeling en de strafuitvoering. Ook het woord klassejustitie valt.

In de lezing van professor Geert Vervaeke schetste hij eerst de taken van de Hoge raad voor Justitie de samenstelling ervan en de organisatie.  Vervolgens bracht hij het doel van het recht in herinnering nl. de samenleving reguleren en voorkomen dat het sociaal weefsel wordt ontrafeld door angst voor de andere en dat de sociale vrede rust brengt, orde en voorspelbaarheid. Het recht is er niet om problemen in al hun complexiteit op te lossen en alle individuele noden te voldoen. Het recht wordt vertaald in wetten die de noodzakelijke verhoudingen regelen tussen burgers, burgers en overheden en de machten van de natie, waarbij het collectieve belang primeert en idealiter als de rechter recht spreekt, dit ook het laatste woord is zodat de partijen verder kunnen samenleven.

De samenleving is echter veranderd en ondertussen is er net alleen een explosie gekomen van wetten in alle rechtstakken en wetgevende niveaus, er is ook een explosie van wetgevende en rechtsprekende instanties ontstaan. Zet daarop ook de profileringsdrang van onze politici, de professionelen die hun weg niet meer vinden in het oerwoud van wetten en reglementen, laat staan de burger die ondertussen mondiger werd, egoïstischer en klantvriendelijkheid eist , service en duidelijkheid gepaard aan snelheid, laat toe te stellen dat justitie niet of niet meer aan deze eisen beantwoord.

Zonder dat de heer Vervaeke deze problemen ontkende of minimaliseerde, focust hij op het justitieapparaat, de structuren en de mensen die het justitiebeleid moeten uitvoeren. Men is er in het algemeen over eens dat modern beheer zich opdringt aangepast aan de wereld van vandaag, met zijn snelle noden in een vrij geïndividualiseerde samenleving. De vraag wat er schort aan ons systeem, wat er moet veranderen en waarom dit niet gebeurt of slechts mondjesmaat zijn mijns inziens de terechte vragen waarover ik burger ook vragen heb.
  • Onze justitie is hiërarchisch georganiseerd en stamt uit te 18e eeuw.
    Onder de Minister van Justitie met zijn kabinet aan het hoofd en daaronder FOD Justitie, vertakt zich een organisatie met rechtbanken, hoven, parketten en auditoraten. Een systeem dat extreem gecentraliseerd verloopt. Het is dus de minister en zijn administratie die over alles beslissen, van de aankoop van balpennen , papier, informatica tot zoals de spreker aangaf het toiletpapier toe.
    Besluit: weinig of geen efficiënt beheer, te grote afstand tussen tussen de centrale administratie en de gebruikers, overweldigende bureaucratie,een pover of onbestaand overheidsmanagement, een gebrekkige en trage dienstverlening, een onoordeelkundig inzetten van middelen.
  • Een ander probleem vormen de actoren van justitie, magistraten, die krachtens de Grondwet onafhankelijk zijn in hun rechtsprekende functies. Die onafhankelijkheid vertaalt het korps niet alleen in “onafzetbaar” wat ik nog enigszins kan begrijpen om de scheiding der machten te waarborgen, maar ook in immobiliteit. “Mobiliteit” is de vereiste omdat de personeelskaders voorbijgestreefd zijn en niet beantwoorden aan de noden. Over de politisering van de kaders wordt dan nog niet gesproken. De installatie van de Hoge raad voor Justitie heeft ervoor gezorgd dat bij de aanstelling van nieuwe magistraten dit probleem os verminderd, maar man mag toch niet uit het oog verliezen dat de 44 leden van de HRJ door de senaat is benoemd. Een partijkleurtje is dan ook nooit ver weg. 
    Besluit : Een goede topmanager en een deugdelijk HR-beleid zou soelaas moeten brengen maar wordt onmogelijk gemaakt door een te eng personeelsstatuut, niet werkende evaluatiesystemen, gebrekkig tuchtsysteem en het ontbreken van verplichte permanente vorming op andere vlakken dan het recht.
Als je dit weet, kan je ook de problemen verhelpen. Maar de vraag is of men wil verhelpen en het hoofd bieden aan de uitdagingen waar men voor staat.
Die uitdagingen zijn niet alleen budgettair maar liggen vooral in een streven naar efficiëntie en het oplossen van de personeelscrisis. De tevredenheid van justitiemedewerkers is vaak erg laag, deze van de “klanten” misschien nog meer. Het vertrouwen in het eigen systeem lijkt bij de actoren ook niet spectaculair groot. Cijfers liegen er niet om : België zet proportioneel teveel magistraten en personeel in per aantal inwoners.
  • Denemarken  6,9 magistraten per 100.000 inwoners,
  • Frankrijk         9,1
  • Italië            10,2
  • Zweden        11,3
  • Luxemburg   13,2
  • België          15,3

België besteedt jaarlijks ongeveer 580 miljoen euro aan wedden voor de rechterlijke orde, terwijl Nederland maar 510 miljoen uitgeeft. Als men nu weet dat Nederland 50% meer inwoners telt en een outputratio heeft die dubbel zo hoog is als de onze dan weet je het wel. Voor diegenen die zich Anders Breivik herinneren in Noorwegen, binnen het jaar was deze voor de rechtbank verschenen en veroordeeld. Voor Marc Dutroux en konsoorten moest er bij ons 8 jaar over gaan.

Er zijn natuurlijk ook problemen die zichzelf oplossen. Je moet maar lang genoeg wachten. Ongeveer 50% van de magistraten is 50 jaar of meer en een duizendtal zullen de volgende 10 jaar op pensioen gaan, terwijl er gemiddeld 60 magistraten per jaar benoemd worden. Als de roep om vervangingen wegens werkoverlast niet aan de oppervlakte komt en men hetzelfde aantal magistraten aanwerft wordt er dus gerationaliseerd. Men moet dus minstens maar liefst productiever worden met minder volk. Doorgedreven informatisering, personeelsmobiliteit, werkorganisatie kunnen soelaas brengen. En men moet zich durven de vraag stellen of alles wat nu door een rechtbank behandeld wordt ook sowieso door een rechter moet behandeld worden (echtscheiding met onderlinge toestemming, e.a.)

Schaalvergroting is ondertussen toch al gerealiseerd. Eindelijk zijn wij van 27 gerechtelijke arrondissementen waarbinnen de rechtbanken opereerden thans teruggevallen op 12. Dat deze nu in grote lijnen samenvallen met de provinciegrenzen is al een stap vooruit. Dat de Duitstaligen een eigen arrondissement hebben begrijp ik nog, het kunst en vliegwerk met Vlaams-Brabant waarin Leuven een ééntalig arrondissement is en Halle Vilvoorde tweetalig is samen met Brussel, dat kan in mijn ogen nog altijd niet.

Schaalvergroting betekent echter ook de fusie van rechtbanken. Als je weet dat er actueel nog meer dan 300 zijn vredegerechten inbegrepen, dan stel ik dat dit echt van het goede teveel is. Wij verplaatsen ons uiteraard niet meer met paard en kar, alhoewel wij ons vastrijden in files.

Duidelijk is dat er veel schort aan het hervormingsproces. Sinds de Octopushervorming van 1998 heb ik veel intenties gelezen, plannen zien komen en gaan en de opeenvolgende regeringen in plaats van verder te bouwen op wat reeds was, beginnen telkens opnieuw, overtuigd van hun eigen grote gelijk en de wisselende partijverzuchtingen. En iedere keer dus neemt men een nieuw wit blad! Denken over de partijgrenzen heen zal wellicht nooit aan de orde komen, laat staan van onze bestaande wetten eens tabula rasa te maken en een nieuw, modern, toekomstgericht wetboek te maken in de plaats van de ad hoc regelneverij op Europees vlak. Want dat is ons speelveld.

Het is tijd, meer dan tijd, dat FOD Justitie zou kunnen antwoorden op de vraag hoe lang een gemiddelde procedure duurt of hoeveel geld besteed wordt aan het beheer van alle rechtbanken samen, hoeveel er wordt uitgegeven aan het onderhoud van gerechtsgebouwen, wat het rendement is om vroeger af te sluiten i.p.v. steeds bijkomende onderzoeken te laten uitvoeren in bijvoorbeeld zaken van fiscaliteit. Zich de vraag stellen of investeren in bijkomend onderzoek loont op het vlak van te innen boeten en de risico's op verjaring te lopen is ook kennis en vermits meten weten is en besparen of investeren alleen kan als men cijfers voorhanden heeft is de elementaire vereiste voor een management en goed bestuur.


Leo.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De ontvoering van Proserpina.

Enkel voor dit beeld van Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) zou ik naar Rome gaan. Iedereen heeft wel zo'n beeldhouwwerk welk hij graag op zijn kast zou hebben of in zijn living staan. Sommigen zullen kiezen voor de David, Mozes of de Pietà (Michelangelo), anderen voor werk van Rodin of Meunier, enkelingen houden het bij Begga D'Haese. Ik dus niet. Proserpina is de Romeinse Persephone. Ik kan er uren naar kijken, de gaafheid van de sculptuur, de kleur van het marmer, de vingerafdrukken van de ontvoerder in de dijen van het ontvoerde meisje (ja, meisje, eerder een jonge dame naar de vormen te oordelen), de radeloosheid in de blik van Proserpina. Maak van een volgend bezoek aan Rome zeker eens het voornemen om Proserpina met een bezoek te vereren in de Galleria Borghese, waar nog veel anders schoons staat. En niet vergeten om je tickets op voorhand online te bestellen of je komt er niet in ! Persephone (Grieks: Περσεφονεια, Persefoneia) is in de Griekse mythologie

Het geheim van Montségur

Auteur: Sophy Burnham, Oorspronkelijke titel : The Treasure of Montségur Eerste uitgave : 2003 Het verhaal speelt zich ergens af tussen 1209, wanneer de stad Beziers in de as wordt gelegd en 1243 waneer het beleg van Montségur plaats vindt. De auteur vertelt deze zoveelste dwaze godsdienstvervolging via de romanfiguur Jeanne, een meisje van 2 à 4 jaar die rond het verwoeste Béziers rondloopt in een bebloed kleedje. Zij wordt opgenomen door vrouwe Esclarmonde die haar als een dochter opvoedt, volgens de levenswijze der katharen. Op haar dertiende begaat zij een “wandaad” en wordt ze naar Montségur gestuurd, waar ze strenger onderricht krijgt. Ondertussen maakt de Inquisitie jacht op de katharen, met totale uitroeiing als doel. Jeanne raakt betrokken bij het verzet en strijdt voor vrijheid, samen met haar grote liefde William, de echtgenoot van haar beste vriendin. In 1243 belegeren de Fransen het fort Montségur waar de elite van de kathaarse kerk samen met een garnizoen nog gedurende t

Tijdsmeting en kalender

De laatste tijd had ik het gevoel dat ik meer wou weten over tijdsmeting in de Oudheid, en voornamelijk in het Oude Rome. Men viert op 21 april, niet zo maar niets voor niets dit jaar de 2762e verjaardag van Rome en SPQR nodigde die dag in het Klein Begijnhof te Leuven dan ook zijn leden uit om getuige te zijn van de jaarlijkse Romulus prijs, welke dit jaar te beurt viel aan Guido Cuyt (voor zijn jarenlange inzet als voorzitter van de AVRA, de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie) en een stevige drink en hapjes. Ik had dit gevoel ook enkele dagen voordien in het Museo Nazionale Romano (Palazzo Massimo alle Terme) bij een Fasti (vorm van kalender), en herinnerde mij toen ook de reeks ROME, een BBC reeks die ook op Canvas was te zien, waar de lezer van de “acta diurna” (oorsprong van het woord journaal of dagelijkse berichten) voor een kalender stond, gelijkaardig aan deze in het Palazzo Massimo alle Terme. Dus historici en classici, nu de moment om te reageren op deze post. D