Vorig jaar zo rond Pasen (2013) schreef ik deze blog maar blijkbaar had ik hem in concepten opgeslagen. In Rome hadden ze een nieuwe paus en konden ze voortdoen zoals ze altijd al bezig waren geweest, namelijk met zichzelf.
De plaats van het gebeurtenis ons allen bekend is het huidige Israël. Ergens bevalt een ongehuwd meisje (Maria) in een stal of herberg van haar eerste zoon Jezus. Meer dan waarschijnlijk was dat niet de echte naam en kan over het algemeen worden aangenomen dat deze naam in oudtestamentische tijden Yeshua was, het Hebreeuws voor Jezus. Dit was dan ook een zeer ruim verbreide naam in die tijden. Maria is dan ook waarschijnlijk Meryem in het Hebreeuws.
De bevruchting van Maria is een geloofspunt, ofwel aanvaard je dat "het de truc is met de duif" en geloof je dus dat onze Jezus geboren is uit een maagd, ofwel dat die snoodaard Jozef, de timmerman, op een onbewaakt ogenblik zijn testosteron niet in bedwang hield. Let hier op Jozef in het Hebreeuws is Yeshua, en blijkbaar zijn eerste zoon wordt ook een Yeshua. Dit is van alle tijden !!
En hier zijn de Romeinen de eerste keer !
Augustus, keizer in Rome laat een volkstelling doen. Iedere inwoner van het gebied waar Herodes de Grote (37 - 4 v. C.), de Romeinse vazalkoning, regeerde moest zich laten inschrijven in de oorspronkelijke geboortestad van de vader. Jozef, de verloofde van Maria, was een Judeeër en kwam oorspronkelijk uit Bethlehem. Te veel volk op een te kleine plaats, het gebrek aan Internet en telefoon, liet niet toe ergens iets knus op voorhand te reserveren en als je dan hoogzwanger bent en op een ezel uit Nazareth (Galilea) naar Bethlehem (Judea) komt, kan van het schudden de geboorte wel eens vroegtijdig ingezet worden. Toen wisten ze het nog niet, maar via Google Maps kan je nu deze weg bestempelen als zijnde een kleine 160 kilometer op onverharde wegen. Toen moet het wel korter geweest zijn, vermits er geen muur stond die Joodse en Arabische delen van elkaar scheidde.
Na een verborgen leven van dertig jaar (tenminste als we Lucas mogen geloven) die zijn evangelie neerpende rond het jaar 200 NC) en een openbaar leven van een drietal jaren met zijn discipelen of apostels, komt hij in aanvaring met de leidende joodse kaste van hogepriesters en schriftgeleerden. Er werd hem godslastering verweten en voor een jood stond daarop slechts een straf, namelijk de doodstraf.
Wat niet in de bijbel staat en zeker moet geweten zijn is de politieke toestand van het Romeinse Rijk. Het kaartje hieronder maakt misschien veel duidelijk.
Het Romeinse Rijk wil de Pax Romanum bewaren. Het gebied waar ons verhaal zich afspeelt Judea ligt aan de uiterste oostgrens van het Rijk, naast het koninkrijk van de Parthen. In 53 v. C. was Rome onder leiding van Marcus Licinius Crassus het rijk van de Parthen binnengevallen, maar zij werden er serieus in de pan gehakt in de slag bij Carrhae. De militaire tactiek indachtig van het Parthisch schot, zou het tot het begin van de tweede eeuw na Christus duren eer de Romeinen de Parthen nog eens parten spelen.
Rome wordt in Judea vertegenwoordigd door een praefectus (laat ons maar de evangelische term gebruiken, een landvoogd) genaamd Pontius Pilatus. Hij en enkel hij vertegenwoordigd het gezag van Rome en is zowel de uitvoerende, militaire als de rechterlijke macht. Hij stond dus onder andere in voor de verdediging van de grenzen van het Rijk, hij diende dan ook over Jezus te oordelen.
Een tweede aspect was er een van religieuze aard. De Romeinen hadden zowat voor alles een god, de joden aanbaden slechts een god. Dat monotheïsme waartoe later ook de christenen zich zouden bekennen, kon gemakkelijk in aanvaring komen met de Romeinse begrippen van Religio en Superstitio.
Het begrip Religio verbonden de Romeinen aan het zorgvuldig in acht nemen van traditionele culturele gebruiken die de betrekkingen tussen het menselijke en het goddelijke moesten regelen. Het uiterlijke verkeer met de goden had een wederkerige mentaliteit, men vervulde dus ritueel zijn plichten en deed iets voor de goden (offeren), waarna men van die goden dan ook wel iets terug verwachtte. Het maakte dus deel uit van het Romein zijn. Rome bewaakte de godsdienstvrijheid, iedereen mocht geloven waar en wat hij wou voor zover men zich aan de Romeinse wetten hield.
De Superstitio was niet alleen het bijgeloof, godsdienstwaanzin of overstijgend godengeloof maar ook een naar Romeinse normen een aan zich voorbijgeschoten cultus die het Romein zijn in gevaar bracht.
Zoals hiervoor dus reeds gesteld werd Jezus door het Sanhedrin op beschuldiging van godslastering voor de praefectus gebracht die blijkbaar na een oppervlakkige ondervraging in de nacht van donderdag op vrijdag tot het oordeel kwam dat aan de beschuldigde niet echt iets kon worden verweten dat met het Romeinse recht te maken had. Godslastering stond niet hun wetboek
want dat zou wel eens een zeer groot hoofdstuk moeten geweest zijn, gelet op het aantal goden die in Rome en in hun bezette gebieden werden vereerd.
Pontius Pilatus waste dus zijn handen maar in onschuld en stuurde de beklaagde de vazalkoning van Judea, Herodes Antipas.
De schriftgeleerden lieten Herodes weten dat de beklaagde ook zichzelf had gezegd dat hij Koning der Joden was, alhoewel zijn Koninkrijk niet van deze aarde was. Waarschijnlijk hadden zij dit er niet zo maar onmiddellijk bijgezegd en was Herodes ook weer niet zo slim om de strapatsen van onze Jezus zo maar gevolgd te hebben in de krant. Hij koning en nog een troonpretendent erbij, dat was niet gezond en met deze aanklacht erbij van revolutionaire ideeën en oproerkraaier stuurde hij de beklaagde terug naar Pilatus. Vandaar ook onze mooie uitdrukking "iemand van Pontius naar Pilatus sturen" of van het kastje naar de muur.
Blijkbaar woog dit ook nog niet zwaar genoeg voor de praefectus, maar hij liet wel zijn goede wil zien enerzijds om de rust in zijn provincie te bewaren en anderzijds om zijn autoriteit toch te valoriseren. Er was een groot feest op komst Pesach. Ergens zat daar ook in de Romeinse cel ene Barrabas, een snodaard van de wreedste soort die Jeruzalem en omstreken had geteisterd met diefstal, roofmoord en verkrachtingen. Pontius dacht bij zichzelf als ik die mannen daar eens de keuze laat of zij nu Jezus vrij willen of die Barrabas, dan zullen ze waarschijnlijk wel voor de eerst kiezen, meer blijkbaar was zijn pronostiek verkeerd en dus liet hij Yeshua ter dood veroordelen door kruisiging, na een goede afrosbeurt door de plaatselijke beul.
Kruisiging was een zeer gebruikelijke straf in de Romeinse strafuitvoering, maar enkel voorbehouden voor niet Romeinen. Het was ook een zeer langzame dood, ter afschrikking van de toeschouwers om zich voor dergelijke feiten te onthouden.
Leo
Reacties
Een reactie posten