Doorgaan naar hoofdcontent

Het zevende sacrament

Auteur: David Hewson

Oorspronkelijke titel : The seventh sacrament

Eerste uitgave: 2007


De schrijver van wie ik al De Vaticaanse moorden, Het Bacchus offer, De Pantheon getuige en De engelen des doods besprak, brengt ons met dit boek Het zevende sacrament, de vijfde thriller in de uiterst succesvolle Nic Costa-reeks.

Op de Aventijnse heuvel bevindt zich op de Piazza dei Cavalieri di Malta, de Villa Malta, van de gelijknamige ridderorde en het befaamde “sleutelgat” dat een spectaculair uitzicht biedt op de koepel van de Sint-Pietersbasiliek. De zevenjarige Alessio Bramante kijkt er elke dag, op weg naar school, even naar. Maar op een dag verdwijnt hij spoorloos. Hoofdverdachte is de vader van de jongen, Giorgio Bramante, een charismatische hoogleraar archeologie.

Zes van zijn studenten hebben Alessio tijdens een drinkgelag betrokken bij een bizar ritueel ter ere van de god Mithras. Uiteindelijk pakt de politie Giorgio Bramante op voor de moord op zijn zoon.

Veertien jaar later duikt in een relikwieënkastje in de kerk Sacro Cuore del Suffragio (op de Lungotevere Prati) langs de Tiber op onverklaarbare wijze een t-shirt op. Het t-shirt van Alessio op de dag van zijn verwijning ! Zoek je dit neogotisch kerkje, steek de Tiber over via de Ponte Cavour ter hoogte van de Ara Pacis Augustea en sla links af. Een mooi gotisch kerkje. Dat is niet alles: er bevinden zich verse bloedsporen op het kledingstuk.

Na een jarenlange gevangenisstraf is Bramante inmiddels vrijgelaten. Dan sterven één voor één alle betrokkenen bij de verdwijning van zijn zoon. Inspecteur Costa en zijn team raken verstrikt in het duistere web rondom de mysterieuze verdwijning van Alessio en de riten rond de zeven sacramenten van de heidense god Mithras.

Het boek is dubbel opgebouwd je herleeft de jeugd van Alessio, zijn aanwezigheid in de ondergrondse heiligdommen ter ere van de god Mithras, zijn verdwijning. In de andere hoofdstukken volg je het onderzoek, de verwikkelingen in dit onderzoek en de op zijn minst beklijvende en spectaculaire ontknoping. En bovendien komt het mithraisme goed en duidelijk aan bod, een vergeten cultus het oude Rome, maar zeker niet onbelangrijk.

Wat randinformatie over de Mithrascultus!



De Mithrascultus, met zijn mystieke vormen van astrologie en zonnecultus (Mithras werd ook Sol Invictus, de onoverwinnelijke zon, genoemd), maakte gebruik van donkere, onderaardse, met wierook gevulde ruimten als mysterieuze vergaderruimten - het mithraeum - en hield initiatiatierites om nieuwe volgelingen in te wijden in de geheimen van de leer. In zeven stappen, sacramenten (de ethymologie van dit woord komt uit het Latijn sacramentum wat evenveel betekend als godsdienstig geheim), kon men in de cultus evolueren van novice tot Pater.


Overal in Rome kan men wel mithraea aantreffen. Onder San Clemente zit er zeker een! De meeste vonden wij in Ostia Antica waar er een twintigtal bewaard bleven. Voor meer info over mithraea die men kan bezoeken, neemt men best vooraf contact op met de vereniging Roma Sotterranea en wil je meer weten over deze cultus, weliswaar in het italiaans, klik dan hier op mithraïsme.


De cultus was ruim verspreid onder de Romeinse soldaten en was een geduchte rivaal van het in opkomst zijnde christendom. Keizer Constantijn De Grote (Flavius Valerius Aurelius Constantinus) had zich uitgesproken voor het christendom en door het Edict van Milaan in 313 kwam een einde aan de christenvervolgingen. Dat deze keizer in het christendom de titel “De Grote” meekreeg omdat hij het Christendom tot staatsgodsdienst zou gepromoveerd hebben, is op zijn zachts gezegd, een sprookje dat wij in onze geschiedenisboekjes meegekregen hebben. Hij deed dit waarschijnlijk niet echt uit christelijke naastenliefde maar gewoon uit opportuniteitsoverwegingen. Het is eerder zo dat door het edict van Milaan, alle Romeinse burgers de vrijheid van godsdienst werd gegarandeerd en dat het christendom ondertussen diep was ingeworteld in het toenmalig keizerrijk.


De keizer Iulianus Apostata, een van de opvolgers, probeerde nog om de Mithras cultus in ere te herstellen maar in de 4e en 5e eeuw werd de cultus verboden en verdrongen door het zegevierende christendom. Godsdienstvrijheid was dus zoiets "à la tête de l'empereur", zoiets als de fiscus nu !


Het hoofddeksel van Mithras werd door de Romeinen een mitra of mijter genoemd en etymologisch is dit ook de oorsprong van het woord dat wij nog steeds gebruiken om een bepaald hoofddeksel onder andere dit van Sinterklaas en andere bisschoppen en kardinalen aan te duiden.


De eredienst van Mithras komt waarschijnlijk uit de Oud-Perzische tijden en dit dateert reeds van minstens 1200 voor Christus. In het Romeinse rijk kreeg het slechts ingang tijdens het keizerrijk van onze goed gekende vriend Nero (niet die van Marc Sleen natuurlijk, maar Lucius Domitius Ahenobarbus bij geboorte en na zijn adoptie door keizer Claudius Nero Claudius Caesar Drusus Germanicus . En of het niet volstond wijzigde hij dan nogmaals zijn naam toen hij keizer werd in Nero Claudius Caesar Augustus Germanicus en vanaf 66 voegde hij er nog Imperator voor. Dit als een tussendoortje.


Sommigen beweren dat bepaalde kenmerken van de figuur Jezus ontleend zijn aan Mithras. Zo werd Mithras (net als volgens de traditie Jezus) op 25 december geboren van een maagdelijke moeder, was hij de zoon van God, had hij 12 discipelen en een laatste avondmaal, werd hij in een graf in de rotsen gelegd, en herrees hij na drie dagen uit de dood. Opvallend genoeg zou 25 december ook de geboortedag van Osiris, Adonis en Dionysius zijn. Volgens critici van deze visie werd de Mithras cultus juist van deze elementen voorzien nadat het christendom populair werd, wat zou duiden op een omgekeerde beïnvloeding. Het ontbreken van geschriften over het mithraïsme in het algemeen, en ook van geschiedschrijving over het christendom in zijn vroegste stadium, zal deze discussie waarschijnlijk tussen believers en non believers nog een tijdje bezig houden.


Leo.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De ontvoering van Proserpina.

Enkel voor dit beeld van Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) zou ik naar Rome gaan. Iedereen heeft wel zo'n beeldhouwwerk welk hij graag op zijn kast zou hebben of in zijn living staan. Sommigen zullen kiezen voor de David, Mozes of de Pietà (Michelangelo), anderen voor werk van Rodin of Meunier, enkelingen houden het bij Begga D'Haese. Ik dus niet. Proserpina is de Romeinse Persephone. Ik kan er uren naar kijken, de gaafheid van de sculptuur, de kleur van het marmer, de vingerafdrukken van de ontvoerder in de dijen van het ontvoerde meisje (ja, meisje, eerder een jonge dame naar de vormen te oordelen), de radeloosheid in de blik van Proserpina. Maak van een volgend bezoek aan Rome zeker eens het voornemen om Proserpina met een bezoek te vereren in de Galleria Borghese, waar nog veel anders schoons staat. En niet vergeten om je tickets op voorhand online te bestellen of je komt er niet in ! Persephone (Grieks: Περσεφονεια, Persefoneia) is in de Griekse mythologie

Het geheim van Montségur

Auteur: Sophy Burnham, Oorspronkelijke titel : The Treasure of Montségur Eerste uitgave : 2003 Het verhaal speelt zich ergens af tussen 1209, wanneer de stad Beziers in de as wordt gelegd en 1243 waneer het beleg van Montségur plaats vindt. De auteur vertelt deze zoveelste dwaze godsdienstvervolging via de romanfiguur Jeanne, een meisje van 2 à 4 jaar die rond het verwoeste Béziers rondloopt in een bebloed kleedje. Zij wordt opgenomen door vrouwe Esclarmonde die haar als een dochter opvoedt, volgens de levenswijze der katharen. Op haar dertiende begaat zij een “wandaad” en wordt ze naar Montségur gestuurd, waar ze strenger onderricht krijgt. Ondertussen maakt de Inquisitie jacht op de katharen, met totale uitroeiing als doel. Jeanne raakt betrokken bij het verzet en strijdt voor vrijheid, samen met haar grote liefde William, de echtgenoot van haar beste vriendin. In 1243 belegeren de Fransen het fort Montségur waar de elite van de kathaarse kerk samen met een garnizoen nog gedurende t

Tijdsmeting en kalender

De laatste tijd had ik het gevoel dat ik meer wou weten over tijdsmeting in de Oudheid, en voornamelijk in het Oude Rome. Men viert op 21 april, niet zo maar niets voor niets dit jaar de 2762e verjaardag van Rome en SPQR nodigde die dag in het Klein Begijnhof te Leuven dan ook zijn leden uit om getuige te zijn van de jaarlijkse Romulus prijs, welke dit jaar te beurt viel aan Guido Cuyt (voor zijn jarenlange inzet als voorzitter van de AVRA, de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie) en een stevige drink en hapjes. Ik had dit gevoel ook enkele dagen voordien in het Museo Nazionale Romano (Palazzo Massimo alle Terme) bij een Fasti (vorm van kalender), en herinnerde mij toen ook de reeks ROME, een BBC reeks die ook op Canvas was te zien, waar de lezer van de “acta diurna” (oorsprong van het woord journaal of dagelijkse berichten) voor een kalender stond, gelijkaardig aan deze in het Palazzo Massimo alle Terme. Dus historici en classici, nu de moment om te reageren op deze post. D