Auteur : Christian De Coninck
Uitgave – Houtekiet – 2008.
In het eerste boek “De Praagse connectie” leerden wij Stijn Goris kennen en verschillende personages die wij ook in dit boek ontmoeten. Stijn is een jonge
Brusselse politierechercheur. Stef Pauwels is zijn assistent, even in
verlof, maar op het eind overtuigend aanwezig.
Ook de familie Machiels, het gezin die
Stijn opving na zijn traumatische ervaringen in het gezinsvervangend
tehuis nadat zijn natuurlijke ouders bij een ongeval omkwamen,
ontmoeten wij opnieuw. Het was grotendeels aan Thomas Machiels, hun
zoon, te danken dat Stijn zijn vertrouwen in de mensen terugvond.
Thomas is procureur van beroep. Hij is getrouwd met Céline en samen
hebben ze een zoon : Jason, waarvan Stijn peter is. Zijn vriendin
Sacha leerde hij kennen tijdens een rogatoire commissie in Tsjechië,
hij belt,haar dagelijks.
Een invloedrijke zakenman overlijdt als
zijn auto in hartje Brussel ontploft. De politie vermoedt kwaad opzet
en belast commissaris Stijn Goris en zijn stagiair Luc Lietaert, een
kandidaat officier, met het onderzoek.
Even later wordt Brussel opgeschrikt
door de moord op twee andere zakenlui. Goris voelt de hete adem van
het establishment in zijn nek. Tijdens een bespreking laat de
stagiair Luc Lietaert snel opmerken dat de moorden een verband hebben
met elkaar om zo op een goed blaadje te komen met zijn stagemeester.
Een race tegen de klok begint. Meer personen worden vermoord.
Zij hebben allemaal één ding gemeen,
ze zijn beheerders van Sopomin. Elk slachtoffer krijgt een
visitekaartje van 'Le homard bleu', een hotel in Bretagne.
Stijn moet toegeven dat zijn stagiair
waarschijnlijk de hoofdvogel heeft afgeschoten en de link tussen de
misdaden heeft geraden. Hij vindt een link tussen de misdaden maar
kan niet verhinderen dat er nog meer slachtoffers vallen. Ze sterven
een vreselijke dood. De moordenaar slaagt erin meerdere moorden bijna
simultaan uit te voeren. Goris beseft dat hij te maken heeft met een
razend intelligente, hoogopgeleide tegenstander. Brussel in de
ban van een seriemoordenaar !
Stijn en Luc dienen absoluut de
bewijzen te vinden, maar vinden de moordenaar niet. Zij vermoeden
dat er een “mol” zit tussen de politie en de magistraten die op
de zaak zitten, want een gedeelte van de Brusselse beau-monde is
betrokken en heeft er waarschijnlijk baat bij dat zij mislukken in
hun opzet. Bovendien is er ook de federale politie die in hun
vaarwater zit.
Op het moment dat Stijn wordt
opgeroepen om een gijzeling van kinderen in Koekelberg, waar ook de
zoon van zijn vrienden bij betrokken is, wordt de zaak plots
duidelijk en wordt de dader ontmaskerd.
Om de titel te begrijpen moet je al ver
in het boek duiken. De dader is als een octopus die met zijn
tentakels alle slachtoffers kan raken, waar en wanneer hij maar wil.
Gelukkig heeft een octopus maar acht tentakels en er zijn al acht
slachtoffers gevallen.
Leo
Reacties
Een reactie posten