Daar gaan we dan, met dank aan André Schroeven.
De basis ingrediënten
- Witte bonen (type “lingot”)
- Gekonfijte eend of gans
- Schenkel of schouder van varken
- Varkensworst liefst in echte darm
- Varkenszwoerd, absoluut noodzakelijk voor de smeuigheid van de bouillon
Je ziet dus al dat er waarschijnlijk in Castelnaudary al even veel recepten zijn als koks, en dan tellen we alle amateur koks niet mee, nog de huisvrouw die elke dag zorgt voor haar kroost (nvdr).
- Gevogeltegebeente
- Varkensbeenderen
- Wortels
- Prei
- Tomatenconcentraat
- Peper
- Knoflook
- Gezouten spek
Liefst kalkvrij water gebruiken voor de bouillon.
Voorbereiding:
De bouillon en de bonen:
Als je gedroogde bonen gebruikt, zal men ze een nacht in koud water laten weken, dit water moet je weggieten. De bonen in een pan koud water zetten; aan de kook brengen om de bonen te blancheren en ook dit water weggieten.
Een bouillon bereiden met het gevogelte gebeente, de varkenszwoerd in brede repen gesneden en enkele varkensbeenderen en naar smaak groenten zoals wortel en prei toevoegen. Zout en peper. Uiteindelijk gehakte knoflook en gezouten spek toevoegen.
De bouillon filtreren, de zwoerden recupereren.
Je zou twee keer het volume bouillon dienen te bekomen als het volume geblancheerde bonen en het is beter teveel bouillon te hebben als te weinig.
De bonen in de bouillon brengen en deze gedurende anderhalf tot twee uur laten koken. De bonen moeten soepel zijn maar zeer intact blijven. Gedurende het koken voegt men een soeplepel tomatenconcentraat toe voor een kilo bonen.
Het vlees:
Terwijl de bonen koken, kan je het vlees voorbereiden. In een grote pan of een “sauteuse” de stukken gekonfijte eend of gans op een zacht vuur laten ontvetten. De stukken terugnemen.
In het resterende vet, het varkensvlees goudbruin aanbakken. Verwijderen en laten uitdruipen op keukenpapier. Tenslotte in hetzelfde vet, eveneens de worsten goudbruin bakken
Het koken:
Al de voorbereidingen in een aarden vuurvaste schotel schikken. Deze "cassolo" (vandaag "de pan") gaf zijn naam aan de cassoulet. Uiteraard kan een pyrex ding ook. De bodem van de pan met de varkenszwoerd behangen, een derde van de bonen toevoegen. Het vlees hierop schikken en vervolgens de resterende bonen. Op de bovenkant van de schotel, de worsten zetten door ze in de bonen te planten, de bovenkant van de worsten moet zichtbaar blijven.
De pan aanvullen met de hete bouillon die net de bonen moet bedekken. Oppervlakkig peper van de molen ruim aanbrengen. De oven voorverwarmen op 150/160 graden (oven gasstand 5/6) en twee tot drie uur laten bakken. Gedurende dit proces zal zich op de bovenkant van de bereiding een kastanjekleurige korst vormen die men (de ouderen zeggen zeven maal) onder de bereiding zal moeten roeren zonder de bonen te pletten. Dus om de 15 minuten eens nazien of er nog voldoende vocht is in de bereiding en desnoods voegt men bouillon bij.
De gouden raad van André:
- Heet in de “cassole” opdienen.
Je kan ook cassoulet de dag voordien klaarmaken. In dit geval dien je om het gerecht op te warmen ongeveer anderhalf uur of twee uur te voorzien in een oven van 150 graden.
Reacties
Een reactie posten